BLOGS
Regelmatig schrijven wij hier over ervaringen in onze praktijk
‘Wat het nut is van ergotherapie’
Datum: 11 november 2024
Auteur: Dominique Spiering – Ergotherapeut
Toen ik zes jaar geleden in de afrondingsfase zat van het afstuderen schreef ik in een
eindopdracht (paper) over een discussiepunt die mij tijdens mijn stage (bij Ergotherapie
Rotterdam) ten gehore was gevallen. Een verpleegkundige begreep de toegevoegde
waarde niet van het beroep ergotherapie. De verpleegkundige noemde als voorbeeld het
aanvragen van een rolstoel. Zij gaf aan echt wel te weten dat dit hulpmiddel
aangevraagd kan worden bij de WMO en hoe zij dit moest doen. Duidelijk, geen speld
tussen te krijgen. Maar wist de verpleegkundige hoe een gedetailleerd programma van
eisen opgesteld moet worden? Dat wist de verpleegkundige niet, gevolgd met het
antwoord dat dit wel te leren is in de opleiding tot verpleegkundige. De vraag is echter of
een verpleegkundige deze taak erbij kan nemen vanwege de hoge werkdruk in
verschillende settingen.
Wat het takenpakket van een ergotherapeut uniek maakt, is dat wij opgeleid zijn om
kritisch zaken te analyseren. Wat is er voor nodig om de persoon in kwestie de
belangrijkste dagelijkse activiteiten te laten uitvoeren? Een rolstoel kan voor die persoon
inderdaad een hulpmiddel zijn voor buitenshuis om daarmee de hond uit te laten en om
naar het werk te gaan. Er komen echter veel meer vragen aan bod als het gaat om een
rolstoel. Lukt het de persoon om zelf te hoepelen? Als dit vanwege onderliggende
lichamelijke factoren niet (voldoende) lukt is wellicht hoepel of een volledig elektrische
hulpaandrijving noodzakelijk, zoals E-motion wielen of een E-fix. Lukt het om een
standaard joystick te hanteren of is er een aangepaste variant nodig, zoals een
paddenstoelvormige? En wat moet de actieradius dan zijn voor de betreffende type
rolstoel zodat deze persoon met de hond kan wandelen en naar het werk kan gaan?
Het programma van eisen voor een rolstoel is één ding. De rolstoeltoegankelijkheid in- en
om de woning speelt ook mee. Loopt het entree gelijk met de woning of is er een
drempelhulp nodig? Als de persoon in een flat woont, zijn de tussendeuren automatisch
te openen? Is de lift breed genoeg? Er komt veelal meer bij kijken dan alleen een
rolstoel.
Als mij wordt gevraagd wat ergotherapie precies inhoudt vraag ik zo nu en dan eerst wat
de cliënt denkt dat het inhoudt. Meestal zit er in de antwoorden ‘aanpassingen, rolstoelen
en iets met een goede houding’. En alle drie kloppen deze, maar ergotherapie is zoveel
meer: het is een analytische verdiepingsslag op het uitvoeren van dagelijkse activiteiten
wat door mentale en/of fysieke problematiek niet wil lukken. Het is meedenken en
oplossingen bieden, in samenspraak met de cliënt.
En eerlijk, soms duurt het lang voordat die oplossing er is of is er helemaal geen
passende oplossing mogelijk.
De Europese wortels van de ergotherapie liggen eind 18e eeuw, toen psychiater Philippe
Pinel ‘dwangarbeid’ initieerde voor ‘geesteszieken’ als alternatief voor gevangenschap
(Kinébanian & Van de Velde, 2012). Inmiddels is ergotherapie een nuttig en onmisbaar
paramedisch beroep geworden binnen de zorg van vandaag. Juist door die brede analyse
van dagelijkse activiteiten zijn wij ook breder inzetbaar. Laatst zei een cliënt tegen mij
dat ik psycholoog had moeten worden, omdat ik aanhoorde hoe zij al maanden amper uit
huis kwam en zij verwonderd vertelde over alle veranderingen in de wijk rondom onze
praktijk en wat dit met haar deed. Op zo’n moment lijkt het misschien even alsof je op
de stoel van een psycholoog zit, terwijl dat de ruimte voor een emotionele verdieping er
moet kunnen zijn tijdens een behandeling. Als ik op die manier een patroon kan
doorbreken (minder thuis blijven en meer op pad gaan), dan is dat belangrijk
gereedschap om het doel te bereiken.
Tegelijkertijd voel ik mij ook wel eens een fysiotherapeut of een maatschappelijk werker.
Het komt vaker voor dat ik voor een aantal keer het oefenen met het buitenshuis lopen
met een rollator oppak in plaats van een fysiotherapeut. Die overlap is er geregeld en dat
is geen enkel punt, zolang ik weet wanneer ik echt iemand moet doorverwijzen naar een
professioneel op dat gebied. Samenwerking met verschillende disciplines, leveranciers en
gemeentelijke instanties is van belang om een cliënt de juiste zorg te bieden.
Pijnklachten door bijvoorbeeld een stenose (een beknelling van een zenuw) in de rug of
een hernia kunnen wij niet wegnemen, maar wellicht wel doen afnemen door te
observeren hoe iemand bepaalde activiteiten uitvoert en daarop advies te geven. Juist
dan zit het hem in de kleine dingen. En dat kan precies voldoende zijn voor wat iemand
nodig heeft.
Bron:
Kinébanian, A. & Van de Velde, D. (2012). Oorsprong en ontwikkeling van het beroep. In
M. le Granse, M. van Hartingsveldt & A. Kinébanian (Reds), Grondslagen van de
ergotherapie (3e herziene druk, pp. 34-35). Reed Business Education.
‘We gingen ervanuit dat je toch niet komt’
Datum: 2 juni 2024
Auteur: Dominique Spiering – Ergotherapeut
‘’Dat je empatisch bent, wil nog niet zeggen dat je weet hoe ik mij voel’’.
Aldus Astrid, een cliënt die ik behandel als gevolg van het Post-Covid-Syndroom die zij heeft overgehouden aan een Covid-19 infectie in oktober 2021. Isolatie, onbegrip, pijn en frustratie zijn dagelijkse gevolgen die door elkaar heen lopen. Sinds februari 2022 zie ik deze dame vrijwel elke maand, maar haar herstel vordert nauwelijks. Naar aanleiding van mijn vorige blog kwam het idee om een interview af te nemen bij een cliënt die elke dag de gevolgen ondervindt van Covid-19, om naast het therapeutisch perspectief ook het cliëntperspectief te belichten.
Ik vind het interessant wat zij vertelde over empatisch zijn. Het is fijn om te weten als cliënten zich gehoord voelen door de manier van luisteren en handelen, maar het ‘probleem’ zal veelal blijven dat ik niet altijd weet hoe iemand zich daadwerkelijk voelt. Ik kan slechts mijn ervaring vergelijken met andere casussen. En zo gaat dat ook met Covid-19: vierjaar geleden was dit compleet nieuw voor ons als therapeuten, maar door ervaring leert men.
Astrid leerde in de nasleep van de infectie dat empathie vanuit haar eigen omgeving beperkt is. ‘’Mensen willen je helpen, alleen begrijpen ze niet zo goed wat er aan de hand is, waardoor ik niet zoveel kan met wat ze aandragen. Bijvoorbeeld, als ik een slechte dag heb en er belt iemand en ik geef aan dat ik moe ben, dan wordt er gezegd dat diegene ook wel eens een weekje moe is, dus dat ik gewoon een beetje moet doorzetten. Ze proberen dus empathisch te zijn, maar kunnen het niet’’.
Empathie verandert op een gegeven in onbegrip. ‘’Je gaat steeds minder mensen zien en horen, omdat ze het een beetje zat zijn. In de eerste maanden hebben mensen er nog begrip voor. Dan krijg je de ‘’feeders’’, die komen een kopje soep brengen. Maar dan komen de feestdagen of vakantie er aan. En als ik op alles nee zeg, dan word je op een gegeven moment ook niet meer gevraagd. Een beslissing wordt al voor je genomen. Die isolatie is dat je mensen niet echt kwijtraakt, maar je hoort er niet meer echt bij. Mensen hebben geen kennis van wat het is. Ze denken dat het wel weer over gaat. Ik heb zelfs vrienden verloren, omdat ze niet in Covid geloven’’. Zij merkt op dat haar huisarts en betrokken disciplines begrip hebben voor de situatie, maar dat de gewone mens dit niet heeft. Ik knik instemmend. Ik hoor dit vaker bij andere cliënten die ook Covid hebben doorgemaakt of andere gevolgen van ziektes ervaren. Astrid heeft geen zin meer om het aan anderen uit te moeten leggen als de vraag voorbij komt waar zij nou zo moe van is. Het maakt haar verdrietig. ‘’Je vraagt toch ook niet aan iemand met een dwarslaesie waarom hij niet kan lopen’’?
Astrid zegt dat de samenleving nog niet weet hoe te reageren of om te gaan met mensen die door ziekte lager belastbaar zijn. Gezond zijn lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. ‘’Het is hard werken als je daarin wordt gepasseerd door je omgeving waardoor het vinden van balans een nog grotere uitdaging is’’. Sociale uitsluiting ligt hierbij op de loer, waarbij men in een isolement kan raken en cognitieve vaardigheden als gevolg achteruit gaan. Balans vinden in het dagelijks leven is een vraagstuk waar ergotherapeuten veel mee werken. Het is daarbij van belang om eerst te weten wat energie kost en wat energie geeft. En dat is wat ik met Astrid in de eerste weken heb gedaan. Inzicht krijgen. Daarna zijn we gaan plannen. ‘’Long Covid is plannen’’, zoals zij het zelf zegt. ‘’Mijn hoofd wil van alles, maar mijn lijf zegt dat het niet kan’’. Een avond van te voren maakt zij een planning wat zij de volgende dag wil gaan doen. Voor onverwachte zaken is geen ruimte. Zo staat zij elke dag om 7:00 op, voert vervolgens haar persoonlijke verzorging uit en doet daarna op de eerste verdieping een klusje. Daarna daalt zij af naar beneden en neemt een rustmoment van een halfuur. Daarna volgt het volgende blok. Het geeft structuur en het heeft haar tot dusver geholpen. Hoewel we in twee jaar tijd niet met sprongen vooruit zijn gegaan, merkt Astrid dat ze minder terugvallen heeft. Nee leren zeggen helpt daarbij. ‘’Eerst nadenken of je het zelf wil of dat je het voor die ander doet. Doen waar je jezelf prettig bij voelt’’.
Wellicht een opsteker voor Astrid en duizenden andere mensen die te kampen hebben met de gevolgen van Long Covid: demissionair minister Medische Zorg Pia Dijkstra geeft groen licht voor Long Covid klinieken waar €27 miljoen voor is vrijgemaakt in 2024 en 2025 (Kassa BNNVARA, 2024).
Bron:
Kassa BNNVARA. (2024, 19 april). Post-COVID klinieken eindelijk een feit: minister Pia Dijkstra geeft groen licht. Geraadpleegd op 27 april 2024, van https://www.bnnvara.nl/kassa/artikelen/post-covid-klinieken-eindelijk-een-feit-minister-pia-dijkstra-geeft-groen-licht
Er is eens… Covid-19
Auteur: Dominique Spiering – Ergotherapeut
Sinds het voorjaar van 2020 heeft de zorgsector er een nieuwe doelgroep bij gekregen om voor te zorgen, te behandelen en te begeleiden. De gevolgen van de Coronapandemie (of Covid-19) zijn enorm geweest voor de maatschappij, maar nog meer voor het individu die daadwerkelijk door de ziekte werd getroffen en een revalidatietraject moest doorlopen om de dagelijkse handelingen weer te kunnen uitvoeren. Ik heb het dan niet over een ‘’grieperig’’ gevoel, maar over forse vermoeidheidsklachten, benauwdheidsklachten, pijnklachten en cognitieve problemen omtrent aandacht en geheugen. Dit zijn de meest gehoorde klachten als gevolg van Covid-19 bij mijn cliënten. Inmiddels is uit een studie van het Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) naar voren gekomen dat de gevolgen van Covid-19 een biologische oorzaak hebben (Amsterdam UMC, 2024). Een belangrijke studie, want van cliënten heb ik meermaals gehoord dat bekenden, werkgevers en arbo- en/of bedrijfsartsen de klachten niet altijd serieus nemen.
De meeste cliënten worden doorverwezen naar ergotherapie via de huisarts, fysiotherapie en C-Support. Een kleine groep meldt zich zelf aan na eerdere berichten over ergotherapie van lotgenoten of via de media is mijn ervaring. De leeftijd van de cliënten ligt tussen de 20-70 jaar. De een was kerngezond toen hij of zij ziek werd en de ander had onderliggende lichamelijke klachten. Het verschilt enorm. Maar een prognose wat betreft herstel valt er niet te geven, ondanks dat we vier jaar verder zijn en ik samen met mijn collega’s binnen de praktijk veel cliënten hebben behandeld, zowel aan huis als in de praktijk. Mijn ervaring leert dat de meeste cliënten binnen een maand of vier al goed op weg zijn om de voor hen voornaamste dagelijkse activiteiten te kunnen doen, zonder hierbij vervolgens dagen van bij te moeten komen. Er zijn ook cliënten waarbij herstel langer de tijd nodig heeft, bijvoorbeeld een half jaar, en er zijn er die helaas na een jaar nog geen verbetering ervaren. Gelukkig is die laatste groep klein en ervaren de meeste cliënten verbetering van kwaliteit van leven.
Toegeven, het is frustrerend als een cliënt dermate last blijft houden van de gevolgen van Covid-19. Bij klachten die langer aanhouden dan drie maanden spreken we van Post-Covid-Syndroom. Daarbij is het van belang om te weten dat ergotherapie geen wondermiddel is waarbij klachten als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ergotherapie speelt bij Covid-19 voornamelijk in op gedragsverandering in een adviserende rol. Bijna alle cliënten geven in de eerste sessies aan zo snel mogelijk terug te willen naar het leven zoals het voorheen was, zoals terugkeer naar werk of het gezin onderhouden. En die kans is weliswaar aanwezig, maar zal wellicht niet bereikt worden in het tempo wat de cliënt voor ogen heeft. Om te kunnen herstellen is het van belang om te weten waar je grenzen liggen qua inspanning. Even belangrijk is om te weten waar je van ontspant. De meeste cliënten denken niet aan die laatste en dit zorgt veelal voor interessante gesprekken.
Veel van mijn cliënten geven toe dat zij jarenlang in een sleur zaten die voor hen goed voelde en tegelijkertijd veel energie vergde. Het is heel interessant om te horen hoe cliënten anders gaan kijken naar wat ze echt belangrijk vinden in het dagelijks leven. Dit zorgt er namelijk ook voor dat cliënten bewuster omgaan met hun cognitieve en fysieke energie. Balans vinden en die behouden alvorens in activiteitenniveau op te bouwen is precies wat ergotherapie doet als het gaat om revalidatie bij Covid-19. Goed om daarbij te weten is dat iedere behandeling anders is en dat iedere ergotherapeut een andere benadering heeft. Dit staat elkaar verder niet in de weg. Het gaat erom dat je als cliënt de beste begeleiding krijgt en in samenspraak tot een plan komt. De basis is altijd om eerst in kaart te brengen wat je nu zoal op een dag doet, bijvoorbeeld door de inzet van dagregistratielijsten. Aan de hand hiervan wordt er gekeken naar hoe je dagindeling is en wat de energiegevers- en nemers zijn. Sommige van mijn cliënten zijn in eerste instantie wat sceptisch (en weer anderen zijn heel enthousiast), maar gaandeweg zie ik dat elke cliënt baat heeft bij het inzicht wat het hen geeft. En dat is al een eerste stap naar herstel toe.
Bron:
Amsterdam UMC. (2024, 4 januari). Vermoeidheid van patiënten met post-covid heeft lichamelijke oorzaak. Geraadpleegd op 27 april 2024, link:
Vermoeidheid van patiënten met post-covid heeft lichamelijke oorzaak – Vrije Universiteit Amsterdam (vu.nl)